Paragrafen

2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Alle gemeenten zijn verplicht om een tabel met financiële kengetallen op te nemen in de begroting en de jaarstukken. Dit is opgenomen in een ministeriële regeling.

De kengetallen geven een globaal inzicht in de verwachte financiële ontwikkelingen in de gemeente. Een afzonderlijk kengetal zegt weinig over hoe de financiële positie moet worden beoordeeld. De kengetallen zullen in samenhang moeten worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van de gemeente.

De volgende zes financiële kengetallen worden onderkend:

  1. Netto schuldquote
  2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
  3. Solvabiliteitsratio
  4. Structurele exploitatieruimte
  5. Grondexploitatie
  6. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden

Om de eerder genoemde kengetallen beter te kunnen duiden is bij de vaststelling van de Nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing 2020 - 2023 besloten om aan te sluiten bij de door de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) gehanteerde signaleringswaarden. De VNG heeft een aantal signaleringswaarden ontwikkeld om een grofmazige waardering te geven aan de kengetallen. Het betreft dus nadrukkelijk geen normering maar het dient als hulpmiddel om de afzonderlijke uitkomsten in beter perspectief te plaatsen. Voor elk kengetal worden drie categorieën onderscheiden: ‘Minst risicovol’ (in groen), ‘Neutraal’ (in geel) en ‘Meest risicovol’ (in oranje). Zie onderstaande tabel:

Kengetal

Hoe interpreteren

Signaleringswaarden

Minst risicovol

Neutraal

Meest risicovol

1.Netto schuldquote

  1. Zonder correctie doorgeleende gelden

Hoe lager het percentage hoe beter

< 90%

Van 90% t/m 130%

>130%

  1. Met correctie doorgeleende gelden

Hoe lager het percentage hoe beter

< 90%

Van 90% t/m 130%

>130%

2.Solvabiliteitsratio

Hoe hoger het percentage hoe beter

>50%

Van 20% t/m 50%

<20%

3.Grondexploitatie

Hoe lager het percentage hoe beter

<20%

Van 20% t/m 35%

>35%

4.Structurele   
   exploitatieruimte

Hoe hoger het percentage hoe beter

>0%

0%

<0%

5.Belastingcapaciteit

Hoe lager het percentage hoe beter

<95%

Van 95% t/m 105%

>105%

Bij de kengetallen wordt een toelichting opgenomen, op het moment dat er sprake is van een score “geel” of “oranje”. Wanneer het op basis van de toelichting nodig is, wordt er gelijktijdig gerapporteerd over (te treffen) beheersmaatregelen.

Financiële kengetallen

Rekening 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Netto schuld quote

23%

30%

26%

21%

12%

15%

Netto schuld quote gecorrigeerd

16%

20%

17%

12%

3%

5%

Solvabiliteitsratio

53%

52%

53%

54%

56%

55%

Structurele exploitatieruimte

-6,37%

-6,75%

-2,36%

-0,04%

0,46%

0,15%

Grondexploitatie

19%

16%

9%

2%

-2%

-3%

Belastingcapaciteit

87%

89%

95%

98%

98%

98%

Hieronder treft u voor de begroting per genoemd kengetal een uitleg aan, inclusief de berekening en beoordeling.

1. Netto schuldquote
Definitie:
De netto schuldquote geeft de verhouding weer tussen het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Hierin is een nuancering op zijn plaats. Het kan namelijk voorkomen dat gemeenten veel geld doorlenen aan derden. Om die reden is de 'netto schuldquote gecorrigeerd' ontwikkeld. Hierin is het doorleeneffect geëlimineerd en geeft daarmee een zuiverder beeld van de positie van de gemeente weer.

Netto schuldquote (bedragen x € 1.000)

Rekening 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Vaste schulden

+

17.732

17.732

16.336

14.941

13.546

12.196

Netto vlottende schuld

+

7.169

7.500

5.500

4.000

4.000

4.000

Overlopende passiva

+

4.737

4.000

3.000

3.000

3.000

3.000

Financiële activa

-

0

0

0

0

0

0

Uitzettingen

-

6.336

6.000

5.000

5.000

5.000

5.000

Liquide middelen

-

136

388

443

680

5.517

2.621

Overlopende activa

-

5.973

3.000

2.000

2.000

2.000

2.000

Totale baten

73.888

67.225

67.797

66.914

65.828

65.573

Netto schuldquote

23%

30%

26%

21%

12%

15%

2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Netto schuldquote gecorrigeerd (bedragen x €1.000)

Rekening 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Vaste schulden

+

17.732

17.732

16.336

14.941

13.546

12.196

Netto vlottende schuld

+

7.169

7.500

5.500

4.000

4.000

4.000

Overlopende passiva

+

4.737

4.000

3.000

3.000

3.000

3.000

Financiële activa

-

5.194

6.087

6.087

6.087

6.087

6.087

Uitzettingen

-

6.336

6.000

5.000

5.000

5.000

5.000

Liquide middelen

-

136

388

443

680

5.517

2.621

Overlopende activa

-

5.973

3.000

2.000

2.000

2.000

2.000

Totale baten

73.888

67.225

67.797

66.914

65.828

65.573

Netto schuldquote gecorrigeerd

16%

20%

17%

12%

3%

5%

Beoordeling:
Dit kengetal laat zien dat de gemeente in verhouding veel eigen middelen heeft (ter vergelijk: een ratio van 60% is het gemiddelde van alle gemeenten). De rentelasten en aflossingen drukken beperkt op de exploitatie.  

3. Solvabiliteitsratio
Definitie:
De mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Dit wordt uitgedrukt in het percentage eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal.

Solvabiliteitsratio (bedragen x € 1.000)

Rekening 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Eigen vermogen

44.250

40.917

39.030

37.641

38.366

35.265

Balanstotaal

84.151

78.903

73.091

69.210

68.389

64.378

Solvabiliteitsratio

53%

52%

53%

54%

56%

55%

Beoordeling:
Hoe hoger dit percentage, hoe beter de weerbaarheid is. Een solvabiliteit groter dan 50% is positief te noemen. De gemeente Dalfsen heeft een solvabele vermogenspositie. De gemeente is goed in staat om financiële klappen en risico's op te vangen.

4. Structurele exploitatieruimte
Definitie:
Om een flexibele begroting te kunnen bewerkstelligen is het zinvol de structurele baten hoger te laten zijn dan de structurele lasten. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten en uitgedrukt in een percentage.

Structurele exploitatieruimte (bedragen x € 1.000)

Rekening 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Structurele lasten

74.082

71.822

70.368

68.238

66.776

66.577

Structurele baten

67.808

65.684

67.177

66.819

65.808

65.573

Structurele toevoegingen aan reserves

0

0

0

20

20

20

Structurele onttrekkingen aan reserves

1.566

1.597

1.591

1.409

1.294

1.122

Totale baten

73.888

67.225

67.797

66.914

65.828

65.573

Structurele exploitatieruimte

-6,37%

-6,75%

-2,36%

-0,04%

0,46%

0,15%

Beoordeling:
Hoe hoger dit percentage hoe beter. Een positieve uitkomst van dit kengetal houdt in dat de gemeente structurele lasten kan afdekken door structurele baten. Dit kengetal laat zien dat de gemeente in staat is de structurele lasten af te dekken met structurele baten. De (meerjaren) begroting is structureel sluitend. Hierin is, als gevolg van de ombuigingen, een positieve ontwikkeling zichtbaar.

5. Grondexploitatie
Definitie:
De boekwaarde van de voorraden grond zijn van belang, want deze waarden moeten meerjarig worden terugverdiend bij de verkoop. De ratio wordt berekend door de bouwgrond in exploitatie te delen door de totale baten van de programmabegroting in de bijlage 5.2.

Kengetal grondexploitatie in %         (bedragen x € 1.000)                 

Rekening 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Niet in exploitatie genomen bouwgronden

0

0

0

0

0

0

Bouwgronden in exploitatie

14.127

10.798

5.894

1.568

-1.192

-2.295

Totale baten

73.888

67.225

67.797

66.914

65.828

65.573

Kengetal Grex

19%

16%

9%

2%

-2%

-3%

Beoordeling:
Het kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totaal geraamde baten. Hoe lager dit percentage is, hoe beter voor de financiële weerbaarheid. De komende jaren zullen de voorraden gronden afnemen en daarmee zal de kwetsbaarheid worden verminderd.

6. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishoudens
Definitie:
Het cijfer geeft inzicht hoe de belastingdruk zich in de gemeente verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo en 'waarstaatjegemeente.nl' publiceren deze gegevens.

Rekening 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

OZB last gezin gemiddelde WOZ waarde

315

334

359

375

381

387

Rioolheffing gezin bij gemiddelde WOZ-waarde

130

133

133

133

133

133

Afvalstoffenheffing voor gezin

197

201

226

236

243

243

Eventuele heffingskorting

0

0

0

0

0

Totale woonlasten voor gezin bij gem. WOZ waarde

642

668

718

744

757

763

Woonlasten landelijk gemiddelde T-1

739

747

755

762

770

778

Woonlasten tov landelijk gemiddelde jaar ervoor

87%

89%

95%

98%

98%

98%

Beoordeling:
De gemiddelde woonlast ligt voor een 'gemiddeld gezin' in Dalfsen voor het begrotingsjaar in lijn met het landelijke gemiddelde. De stijging ten opzichte van 2020 komt door een verhoging van het  vastrechttarief voor afval (met respectievelijk € 25, € 10 en € 7 in 2021, 2022 en 2023) en een stijging van de OZB van 6% en de areaaluitbreiding.

Deze pagina is gebouwd op 11/18/2020 11:26:09 met de export van 11/18/2020 11:22:46